now regeling behoort tot de omzet
In het jaarrekeningenrecht geldt dat inkomsten uit reguliere activiteiten van de onderneming gelden als omzet. Dat geldt ook voor loonsubsidie NOW. Cm: geeft hier 7 voorbeelden over het omzetbegrip in de regeling.
Corona-gerelateerde subsidies zijn een aparte categorie inkomsten in de jaarrekening. Vier regelingen gelden altijd als omzet voor de NOW: NOW-voorloper TOGS, de Regeling continuïteitsbijdrage zorg, de beschikbaarheidsvergoeding OV-bedrijven en de Tegemoetkoming sierteelt en voedingstuinbouw. De Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) telt niet meer mee voor de omzet vanaf NOW 3, maar nog wel voor NOW 1 en NOW 2.
Dat geldt ook voor non-profitorganisaties: in plaats van opbrengsten gaat het daar over baten. Baten die aan reguliere activiteiten zijn toe te schrijven, waaronder coronasubsidies, horen bij de omzet. Ook de eventuele tegemoetkoming die werkgevers ontvangen als zij werknemers uitlenen in het kader van crisisbanen wordt voor de NOW als omzet gezien.
Bedrijven gericht op winst
Voor bedrijven die gericht zijn op het maken van winst worden de inkomsten uit reguliere bedrijfsactiviteiten als omzet bestempeld, dus de verkoop of levering van goederen of diensten. Voor de NOW komen daar ook inkomsten bij die in de plaats komen van de normale inkomsten.
Voorbeeld 1: Restaurant
Een restaurant heeft als reguliere bedrijfsactiviteit het verkopen van goede maaltijden en drankjes aan betalende klanten. De inkomsten die zij daarmee ontvangen, zijn omzet. Vanwege de lockdown moeten restaurants dicht, en krijgen zij geen inkomsten meer uit hun reguliere bedrijfsactiviteiten. Als een restaurant een subsidie ontvangt om dit verlies aan inkomsten op te vangen, wordt dat gezien als omzet.
Als het restaurant bezig is met verduurzaming en zonnepanelen wil laten plaatsen op het dak, en ze daar een subsidie voor aanvragen, geldt dat niet als omzet. Het plaatsen van zonnepanelen heeft niets te maken met de reguliere bedrijfsactiviteiten van het restaurant, en is daarom geen omzet voor de NOW.
Voorbeeld 2: Bouwbedrijf
Een onderneming in de bouw wil NOW aanvragen omdat de omzet vanwege de corona-crisis flink tegenvalt. De onderneming heeft twee werknemers in dienst met een afstand tot de arbeidsmarkt. De onderneming krijgt via de gemeente loonkostensubsidie. Daarnaast heeft deze onderneming een particuliere ziektekostenverzekering afgesloten. Er zijn 3 medewerkers langdurig arbeidsongeschikt waardoor de onderneming vanuit de verzekering ziekengeld voor deze werknemers ontvangt.
Voor de NOW gelden deze inkomsten allebei niet als inkomsten. De reguliere bedrijfsactiviteiten van deze onderneming zijn het maken van winst door huizen te (ver)bouwen. De inkomsten die de onderneming heeft omdat er een subsidie van de gemeente binnenkomt omdat de onderneming werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst heeft, vallen daar niet onder. Ook als een onderneming een uitkering krijgt uit een private verzekering is dat geen omzet.
Voorbeeld 3: Voorraadleverancier
Een groothandel die vooral inzet op de bevoorrading van horeca heeft door de sluiting van de horeca een flinke tegenvaller. De onderneming maakt gebruik van de verschillende steunmaatregelen vanuit de overheid. Zo vraagt de onderneming de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) aan. Ook heeft de groothandel via de branchevereniging nog een subsidie gekregen vanwege de tegenvallende inkomsten. Tot slot ontvangt de groothandel ook een vergoeding om verschillende aanpassingen in de kantoorruimte van de groothandel te doen om deze aan te passen aan de anderhalvemetersamenleving. De omzet van deze onderneming bestaat uit de inkomsten die de groothandel nog heeft voor de leveringen die nog doorlopen. Daarnaast moet de onderneming de TVL voor de NOW1 en NOW2 ook meenemen in de omzet (voor NOW3 en NOW4 hoeft dit niet). Ook de subsidie die vanuit de branchevereniging binnenkomt is omzet voor de NOW. De vergoeding voor het aanpassen van de kantoorruimte is geen omzet, want dat is bedoeld om een eenmalige aanpassing door te voeren, en heeft niets te maken met de normale bedrijfsactiviteiten van de groothandel, en is ook geen opvang van misgelopen inkomsten.
Voorbeeld 4: Winkel
Een detailhandel-bedrijf heeft half december zijn winkel moeten sluiten omdat het niet tot de essentiële winkels behoort, zoals het kabinet heeft gedefinieerd. De winkelier vraagt TVL aan en ontvangt ook een voorraadsubsidie bovenop de TVL.
Beide vergoedingen zijn omzet voor de NOW1 en NOW2, de TVL telt niet mee als omzet voor de NOW3 en NOW4. De voorraadsubsidie is een opslag bovenop de TVL, en wordt daarom hetzelfde.
Non-profitorganisaties
Er zijn ook ondernemingen of instellingen die niet gericht zijn op het maken van winst. Deze ondernemingen of instellingen krijgen vaak geen inkomsten binnen door het verkopen of leveren van goederen of diensten, maar ontvangen subsidies, giften, donaties en bijdragen vanuit overheidsinstellingen (baten). Voor de NOW-omzet worden deze baten als omzet gezien als ze aansluiten bij de reguliere activiteiten. Als een instelling normaal gesproken altijd al een subsidie krijgt om de activiteiten uit te voeren, zal deze subsidie als omzet worden gezien voor de NOW. Een paar voorbeelden om het duidelijk te maken:
Voorbeeld 5: Museum
Een museum ontvangt normaal gesproken subsidie om ervoor te zorgen dat er mooie exposities gehouden kunnen worden. Ook in 2020 ontvangt het museum deze subsidie. Daarnaast krijgt het museum een extra subsidie vanuit de overheid omdat het museum tijdens de lockdown dicht moest, en geen entreekaartjes kon verkopen.
Allebei de subsidies zijn omzet voor de NOW. De eerste subsidie is omzet omdat het ziet op de reguliere bedrijfsactiviteiten: het museum krijgt deze subsidie altijd, en heeft deze nodig om open te kunnen. De tweede subsidie is omzet omdat het bedoeld is om inkomsten die het museum normaal gesproken heeft door de verkoop van entreekaartjes op te vangen.
Voorbeeld 6: Theater
Een theater vraagt vanwege de lockdown TVL aan. Ook is er door liefhebbers van het theater een particulier initiatief gestart om theaters te helpen met een financiële bijdrage. De bijdrage is bedoeld om aanpassingen te kunnen doen aan de lobby’s van theaters om deze klaar te maken voor de anderhalvemetersamenleving.
De TVL is omzet voor de NOW1 en NOW2, de TVL telt niet mee als omzet voor de NOW3 en NOW4. De financiële bijdrage die gericht is op de aanpassing aan de anderhalvemetersamenleving is dat niet, omdat het gaat om een eenmalige praktische aanpassing. Dit ziet niet op de reguliere bedrijfsactiviteiten van het theater.
Voorbeeld 7: Uitlenen personeel
Soms lenen ondernemers die dicht moeten vanwege de Corona-maatregelen hun personeel uit aan bedrijven in sectoren waar veel vraag is naar personeel (bijv. een restaurant dat een kok uitleent aan een zorginstelling). Hier staat vaak een vergoeding vanuit de inlenende partij tegenover. Deze vergoeding is omzet voor de NOW. Het is weliswaar geen reguliere bedrijfsactiviteit van het restaurant om personeel uit te lenen, maar de NOW ziet op het helpen betalen van de loonkosten. Als de loonkosten op deze manier door de zorginstelling worden overgenomen, is de vergoeding die het restaurant ontvangt omzet voor de NOW voor het restaurant.
Bij twijfel vraag deskundig advies
Met bovenstaande voorbeelden is verduidelijkt wat tot omzet voor de NOW hoort en wat niet. Of iets tot de omzet hoort is dus afhankelijk van de reguliere bedrijfsactiviteiten van de onderneming en de aard van de inkomsten die eventueel tot de omzet behoren. Om zeker te zijn of iets in uw geval tot omzet voor de NOW hoort of niet, adviseren we u om dit aan uw accountant of een andere deskundige te vragen. Zij zijn gewend om te beoordelen of iets volgens het jaarrekeningenrecht tot omzet hoort, en kunnen ook aangeven wat in uw geval tot de omzet voor de NOW behoort.